De Bladmuziekcollectie van de Openbare Omroep (BOO) is uniek in België. Het is een van de belangrijkste collecties met Belgische muziek van de 20e eeuw in ons land. Niet zozeer door haar grote omvang van meer dan 1,1 strekkende km, maar vooral door haar directe band met de diverse omroep-ensembles uit het verleden. BOO is ook een stille getuige van de impact die de omroep had op het culturele muzikale leven in België.
De collectie heeft zich organisch ontwikkeld vanuit de opdracht en de werking van de Belgische openbare omroep. Van nagenoeg alle werken zijn er zowel de partituur als de partijen aanwezig. Dit toont overduidelijk aan dat deze bibliotheek volledig gericht was op muziekuitvoering.
Al van bij de oprichting van de openbare omroep, het ‘Nationaal Instituut voor Radio-Omroep’ of ‘Institut national de Radiofusion’ (NIR/INR), nam muziek een bijzondere plaats in bij de omroep. Omdat er in de pioniersjaren van de radio nauwelijks opnames voorhanden waren, werd de zendtijd ingevuld met producties die in de opnamestudio’s gemaakt en rechtstreeks uitgezonden werden. De collectievorming gebeurde dus nagenoeg volledig in functie van de programmatie van de uitzendingen. Dat weerspiegelt zich in de aanwezige genres: orkestrepertoire, jazz, ‘casino’-muziek, koorwerken, oratoria, opera’s, liederen, instrumentaal solo-repertoire en kamermuziek.
Naast de producties van al beschikbaar repertoire dat door de eigen ensembles uitgevoerd werd, werd ook muziek in opdracht geschreven. Het uitvoeren van hedendaagse muziek gold immers vrij lang als een belangrijke, ‘volksverheffende’ taak van de openbare omroep. Dit verklaart dan ook het grote aantal compositieopdrachten voor orkesten en kleinere ensembles, met als gevolg dat BOO één van de belangrijkste centra van hedendaagse muziekpraktijk was tot de jaren 1970.
Specifiek voor de omroep geschreven, en in grote mate alleen daar bewaard, zijn de radio- en tv-tunes en de 238 overgeleverde luisterspelen. Veelal uniek, en nog te weinig bekend, zijn ook de ca. 16 000 partituren die geschreven zijn voor de bigband-orkesten en jazz-ensembles. Dit materiaal is onontbeerlijk voor de verdere exploratie van de jazzgeschiedenis.
Door de toenemende mogelijkheden van kopieertechnieken nam het aantal unica vanaf de jaren 1950 substantieel af. Dit geldt niet voor de lichte muziek die in de naoorlogse jaren haar plaats opeiste binnen de openbare omroep. Talloze liedjes werden geschreven en gearrangeerd voor het programma Canzonissima en ook de muziek van verschillende populaire tv-series, zoals De kolderbrigade, Het pleintje en Heterdaad, is terug te vinden in BOO.