Wie Pieter Leemans (1897-1980) zegt, zegt Mars der Belgische parachutisten. De componist is inderdaad vooral bekend van zijn marsmuziek. Toch liet hij zich ook niet onbetuigd op het vlak van filmmuziek, koorwerken, liederen en symfonische muziek.
Een voorbeeld van dit laatste is Leemans zijn Divertissement rhapsodique (sur des thèmes populaires belges), beter bekend als Rapsodisch divertimento. Het werk mag dan in de eerste plaats gekend zijn in de versie voor harmonieorkest, deze partituur van het Divertissement rhapsodique uit de BOO-collectie is geschreven voor symfonisch orkest.
Het is een werk vol variatie in tempo en karakter en wie het werk beluistert, zal zeker enkele bekende volksliedjes herkennen, zoals Zeg kwezelken, Den uil die op ’n pereboom zat, Des winters als het regent en vele andere.
De voorkaft van de partituur is voorzien van een stempel van het omroeporkest. Op de eerste en de laatste bladzijde van de partituur zelf zien we een stempel van de ‘Société des auteurs’, de voorloper van Sabam met als datum 13 juin 1930. Leemans kwam in 1932 als dirigent in dienst van het N.I.R. Mogelijk heeft hij de partituur toen geschonken aan zijn werkgever.