In de beginjaren van de radio moest bijna alle muziek die de ether ingestuurd werd, live uitgevoerd worden door de orkesten verbonden aan de omroep. Het aanbod aan beschikbare opnames was vrij beperkt en ook de minderwaardige kwaliteit ervan maakte dat de bestaande opnames vaak niet geschikt waren om de ether in te sturen.
Het repertoire voor orkest in de BOO-collectie is dan ook zeer groot én ook nog eens bijzonder waardevol als bron voor het werk van veel Belgische componisten. Velen onder hen zijn niet (meer) gekend bij het grote publiek, anderen doen zeker nog een belletje rinkelen: Jean Absil, Gaston Brenta, Michel Brusselmans, August De Boeck, Karel Candael, Louis De Meester, Karel De Brabander, Karel De Schrijver, Paul Gilson, Emiel Hullebroeck, Pieter Leemans, Louis Marischal, Arthur Meulemans, Arthur Van Oost, Marcel Poot, Arthur Van Oost en vele anderen.
Een aantal van deze Belgische componisten zijn ook in dienst geweest van de omroep en schreven stukken speciaal op maat van de verschillende orkesten. Zeker in de beginjaren lag de productie van nieuwe werken zeer hoog. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat er in de collectie vaak autografen - partituren in het handschrift van de componist - worden teruggevonden.
Zowat alle orkestgenres zijn aanwezig in BOO: symfonieën, fantasieën, rapsodieën, suites, habanera’s, marsen, divertimenti,…